Barendrecht-IJsselmonde 2 – Krimpen 2 (RSB)
Om de kampioensaspiraties levend te houden moest Krimpen ook de 3e wedstrijd zien te winnen. Dat lukte, maar met heel wat meer moeite dan vooraf ingeschat waarschijnlijk.
Joop Elderhorst op bord 2 met zwart trapte af. Na 15 zetten niet al te opwindende theorie die in een halfuurtje op het bord kwam (beide spelers kregen een dikke voldoende voor hun huiswerk) volgde een algehele afruil en binnen 3 kwartier was het punt gedeeld. Voor straf werden beide spelers door hun teamleider veroordeeld tot het schrijven van het wedstrijdverslag. Mijn versie leest u nu, die van mijn tegenstander kunt u binnenkort ongetwijfeld op hun website lezen.
David Berendsen op bord 4 kreeg een onregelmatige opening op het bord die het meeste weg had van de Philidor verdediging. De tegenstander kwam op het ongelukkige idee de korte rokade te combineren met een pionnenstorm op de koningsvleugel. David manoeuvreerde hier handig omheen en vooral zijn koningsloper op a7 sneed dwars door de witte stelling helemaal naar g1. Toen zijn tegenstander tot overmaat van ramp met een loper een pion sloeg die heel simpel gedekt stond gaf hij het direct op (1/2 – 1 1/2).
Teamleider Adri van der Waal op 8 kreeg in een damegambiet de niet heel indrukwekkende zet c4-c5 te verwerken. Hij reageerde aanvankelijk goed met het breken van de witte pionketen met b6 en a5 maar “vergat” de pion op b6 tijdig terug te slaan en kwam vervolgens heel erg met zijn rug tegen de muur te staan. Ondanks flinke tijdnood wist wit Adri geen enkele kans meer te geven de partij nog te keepen (1 1/2 – 1 1/2).
Kees Greevenbosch op 5 kreeg via een zetverwisseling een soort Franse opening op het bord waarin alles aanvankelijk op rolletjes liep. Hij walste over de zwarte koningsvleugel heen, ondertussen 2 pionnetjes meesnoepend. Toen ik het punt al geteld had begon de machine echter te stokken en kreeg zwart langzaam aan behoorlijk spel voor zijn materiaal. In aankomende tijdnood werd de vrede getekend (2 – 2).
De mooiste partij van de avond kwam van Remco Moerkerken op bord 3. In een Caro Kann met een vrij ongebruikelijke korte rokade van zwart veroverde hij al snel een pion met behoud van aanvalskansen. Met mooie stukkenmanoeuvres werd zwart uitgerookt. Een fraaie pot van Remco! (2 – 3)
Marius Strijdhorst mocht op bord 1 met wit en wie hem kent weet wel wat er dan komt. In een Engelse opening gebeurt er dan meestal een zet of 30 weinig tot niets. In dit geval echter gooide Marius al na een kleine 25 zetten de lont in het kruitvat. Er volgde een zettenlange wederzijdse combinatie die resulteerde in een kwaliteitsoffer van Marius waar hij echter een mooi geplaatst paard en 2 pionnen voor had. Toen die pionnen gingen lopen was het pleit snel beslecht (2- 4).
Thomas Boeren op 6 speelde weer een mix tussen Koningsindisch en Benoni. Zijn tegenstander (waarschijnlijk verfrist door een half literpak havermoutpap) wist hier wel raad mee en won een welkom pionnetje bij een overwegende stand. Thomas kwam er voor zover ik heb kunnen zien totaal niet meer aan te pas (3-4).
De partij van Eduard Hoogenboom op 7 moest derhalve de beslissing brengen en eindigde in een thriller. Eduard stond de hele partij na ook een soort van Philidor verdediging wat beter. Toen zijn tegenstander wat krap in de tijd kwam te zitten brak Eduard met e5 wat speculatief (in mijn ogen) de zaak open. Zijn tegenstander reageerde niet helemaal adequaat waardoor Eduard gewonnen kwam te staan. Een flinke misser (Ta4? waar Te4! direct won) draaide de rollen echter volledig om maar gelukkig voor Krimpen brak het tijdgebrek de zwartspeler uiteindelijk op en kon Eduard alsnog het punt incasseren (eindstand 3-5).
Al met al een enigszins gelukkige maar overall wel verdiende overwinning. De kampioensaspiraties blijven vooralsnog levend!