Erasmus 1 – Krimpen 3 6½-1½

Terecht verloren? Ja! Slecht gespeeld? Nee!
Erasmus1 – Krimpen 3 6.5 – 1.5
Bert en Remko corrigeerden mij heel krachtig. Mijn nog rode en verhitte kop ging even door hun auto raampje, na de wedstrijd voordat teruggereden werd naar Krimpen. En het floepte er zo maar uit. Een vreselijk ondoordachte en zeer zeer ongelukkig gekozen zinsnede: “Misschien moeten we ons opmaken voor degrada….”. Dat had ik dus niet moeten zeggen. Door Remko werd ik keihard en Teevenachtig aangepakt: “Niks daarvan, gewoon nog twee keer winnen volstaat toch” zei hij bits. Bert keek me met gemene ogen aan, de bek half open om me te verscheuren en kon niet meer spreken van woede. En achterin zat Meike. Zij siste me toe: “wat heb je toch vandaag, slap invallertje!” Mijn vrouw was er niets bij, en ja goeie vraag eigenlijk wel, wat had ik vandaag te melden eigenlijk?
Kijk maar even mee, dan begin ik met de grote dissonant, ikzelf. Mijn tegenstander opende groots, innovatief en agressief met 1. Ph3 (diagram links). Dus ik ging op zet drie al gelijk voor mat (zie diagram midden). Immers, 3. …, Lc8 slaat paard op h3, dan moet 4. Lf1 loper slaan op h3, mijn pion 4. ….., e5 slaat dan f4 en wit neemt natuurlijk terug met 5. g*f4 en mijn dame geeft netjes mat op 5. ……, h4. Maar zo ging het net niet! Bijna gewonnen in 5 zetten net niet ………………………..

111 erasmus1 k3_clip_image002 111 erasmus1 k3_clip_image004 111 erasmus1 k3_clip_image006

want wit rokeerde gewoon eventjes tussendoor, ja tuurlijk!?, eventjes tussendoor rokeren, niks aan het handje toch? (zie diagram rechts). Dus ik sla op g3 met mijn pion en ik zag wit twijfelen over Pa3 maar hij besloot toch tot het positioneel sterke 6. h*g3 (zie diagram onder).

111 erasmus1 k3_clip_image008

Ik moest zet 6 nog spelen en we hadden al heel wat achter de rug, gek ik was niet echt meer op bekend terrein en je vraagt je af je tegenstander in stap 1 of stap 2 van de methode van van Wijgerden zit. Misschien wel in stap 3 want dat mat met Dh5 zag ie toch maar mooi even. Met andere woorden de thee smaakte ook al niet en dan ben je niet meer zo scherp natuurlijk. Maar het leuke van deze stelling was dat ik haar totaal niet begreep. Zwart staat na 5 zetten een pion voor, de witte koning staat niet echt veilig met alleen dat pionnetje op g3, dat natuurlijk ook nog als prooi dient. Zwart heeft het centrum, kan in principe nog aan beide kanten rokeren en kan zijn stukken naar goede velden ontwikkelen. Hij moet wel een beetje opletten voor pion f7 en misschien het openen van de e-lijn, want enige achterstand in ontwikkeling is er wel. Maar ik was zelfs nog aan zet en door met een stuk te spelen zou de ontwikkeling ongeveer gelijk zijn. Maar welke zet speel je dan en waarom??? Ik deed uiteindelijk de slechtst denkbare zet maar omdat ik niet dacht, want ik begreep de stelling niet, kwam daar een heel oppervlakkig zetje uit de hoge hoed. Ik speelde 6. ….., Ld6, de beste zet was 6. …., Pf6 om controle over e4 te houden. De op zich logisch loper zet werd gevolgd door bijna a-tempo 7.d4. Met andere woorden, pak die pion op g3 ook nog maar even want die pion heeft toch eigenlijk geen functie (zie diagram links). Dus ik kijken naar 7. …, L*g3. Gek genoeg is 8. e4, met een derde pionoffer op rij, heel erg, maar ook zelfs het rustige (!!?) 8. Dd3 (!!?) zelfs goed speelbaar. Daar kwam ik dan nog net achter voor zet 7. Dus denk ik weet je wat, ik speel eerst maar eens even 7. …, De7 en dan houd ik e4 tegen en sla dan op g3 ofzo. Ja hoor, haantje de koekoek, wit speelt met de ogendicht 8. Pc3 en 9. e4 achter elkaar (diagram midden). Tsja, in feite game over voordat ik zet 9 speel, mijn dame staat helemaal verkeerd, doet niks, en alle stukken van wit doen mee en ik sta geblokkeerd.

111 erasmus1 k3_clip_image010 111 erasmus1 k3_clip_image012 111 erasmus1 k3_clip_image014

De computerwaardering switcht in de tussentijd ook van -1 in het voordeel voor zwart na 7. …, De7 naar +2 voor wit. Glashelder, partij voorbij, leuk op maandagavond ergens in Rotterdam. Wonder boven wonder overleef ik het nog wat tot de volgende stelling (rechts) met echt een geniale zet van mijn tegenstander. Uit het niets 15. Lc8, en ik moet zeggen een prachtige zet. Als ik de loper sla met de dame dan komt zijn dame met schaak binnen op d6, na Kg8 volgt een torenoffer op f6 en wit slaat daarna met het paard op d5. Echt een geniale zet dus en alhoewel niet zo heel diep beslist wel verrassend.
Maar wacht even, kan wit dan wel echt mat zetten?? Ik maar kijken en nog eens kijken maar ik vind geen mat voor wit, eigenlijk niet meer dan eeuwig schaak ….. Maar ik vertrouw het niet en belangrijker remise is iets wat we als team helemaal niet kunnen gebruiken, dus weet je wat ik offer gewoon een pion terug en door a7 te spelen, en na nog wat onnozele zetjes, wordt ik geruisloos van het bord gezet. Helemaal terecht, als ik ooit een stelling zo slecht heb begrepen dan was dat die van vandaag wel.
Het voordeel van dit alles was wel dat mijn teamgenoten dachten wat gebeurt daar op bord 2 allemaal, wat doet dat invallertje nou allemaal?! En ze gingen er allemaal eens lekker voor zitten want het slechtste was al geweest en voor je het weet wordt je naam genoemd in het verslag. Eventjes voorkomen dat gezeik. Dus Floris op bord 1 speelde tegen Pietrow met wit, waar hij in een vorig duel (RSK-kampioenschap) van gewonnen had. En dat ging ook vandaag helemaal niet slecht. In een caro-kann behandelde Floris de opening beslist stukken beter dan zijn met 300 elopunten meer gewaardeerde tegenstander. Floris speelde ook een prachtig damezetje waarna zwart duidelijk de problemen was en een moeilijk middenspel in ging. Remko op bord drie speelde met wit en had wat goed te maken. Zijn tegenstander had twee honderd punten meer maar dat zag je helemaal niks van. Het was mooi om te zien hoe Remko steeds meer spanning opbouwde in de stelling (koningsindisch) en steeds meer aanvalskracht realiseerde. Dat kon Bert helaas niet zeggen, met zwart had hij vanuit de opening een vervelende stelling. Je zag aan alles dat het heel moeilijk zou worden tegenspel te vinden tegen zijn sterke tegenstander, ook 200elo-otjes meer. Maar Adrie met wit mocht er zijn tegen Erasmus. Ik heb al vele tegenstander zich stuk zien bijten op de gezonde partijopbouw met wit van Adrie. In altijd die damegambiet/catalaans achtige opstellingen staan de stukken van Adrie atijd op de wat betere velden. Ook vandaag, met wederom wel wat problemen met de ruimte door een dubbelpion, had hij wel weer de betere stukken met in potentie de meeste mogelijkheden, hoe zou dat verder gaantegen iemand met 350 elootjes meer!? Over David ben ik vandaag wat minder tevreden. Hij zag in de opening niet dat L*e4 een pion won. Omdat de koning van zijn tegenstander op f2 stond en de witte dame op d1 kon wit de loper niet terugslaan op e4 want dat viel de dame. En zo zaten er vandaag meer wat kleine onnauwkeurigheden in zijn spel. Dat haalde het bij lange na niet bij het debacle op bord twee dus het zij hem vergeven en alles was nog mogelijk voor het team. Meike had inmiddels een gezonde middenspelstelling opgebouwd. Na de opening stonden haar stukken op betere velden dan die van de tegenstander. Meike heeft beslist positiegevoel en is nauwkeurig in de afhandeling van zettenreeksen (3-5 zetten die bij elkaar horen en na elkaar op het bord komen). Tactisch maakt ze daarin weinig fouten maar soms wordt wat te veel vanuit het eigen perspectief geredeneerd. Als dat vandaag onder de oppervlakte zou blijven zag ik wel winstmogelijkheden. Vanuit een geheel ander perspectief, een hele gedrongen en passieve stelling had Jos, zag ik ook voor hem wel mogelijkheden. Hij had de d-lijn en de status-quo die daar heerste zou wel eens voordelig voor hem uit kunnen pakken omdat zijn paarden met een steunpunt op die d-lijn leken te kunnen gaan staan. Dergelijke voorposten kunnen dan de partij echt doen kantelen. Dus los van mijn wangedrocht was ik niet geheel ontevreden over hoe het ging. Floris remise, Remko misschien winst, Bert verlies, Adrie remise of misschien winst, David remise, Meike remise of misschien wel winst en Jos ook remise was voor mij niet ondenkbaar. Dus 3.5 of zelf 4 punten zou kunnen. Maar aan mij had het team vanavond niets en zeker mijn inschattingsvermogen was stevig gestoord. Echter, Floris liet wat steekjes vallen, overzag een paardzet in het centrum en een doorbraak op de damevleugel. Nee, het tweede deel van de partij was voor zijn tegenstander die daarop afgaande terecht won. Maar Remko deed het echt heel goed, mijn gegrom in het vorige verslag heeft hem in ieder geval geholpen, want hij speelde zijn tegenstander steeds verder tegen de muur en won uiteindelijk gedecideerd. Bert kwam niet meer in het spel voor, zijn tegenstander had het centrum, open lijnen en kon zijn stelling binnen komen met verlies als gevolg. Adrie speelde te veel achteruit. Zelfs met goede stukken, sterke velden en steunpunten zoekt hij te weinig naar ruimtewinst en overwicht. Met als gevolg dat zijn tegenstander dat dan gaat doen, die springt in het gat. Voor mijn gevoel had er meer in deze partij gezet. David hield zich wel aan mijn voorspelling en maakte keurig remise, en Meike zag ik langzaam in het eindspel onder de voet gelopen worden. Volgens mij was dat vandaag het verschil in ervaring met haar tegenstander. Op zich minimaal remise staan en dan toch geïmponeerd raken door zetjes naar voren van de tegenstander. Net als Adrie moet je meer zelf naar voren spelen denk ik. En Jos kwam helaas niet los uit zijn gedrongen stand, door slim uitgelokte verzwakkingen kwam zijn tegenstander zijn stelling binnen over te veel zwakke velden. Uiteindelijk dus serieus verloren maar over de gehele linie beslist wel goed gespeeld, vooral in de opening en de eerste helft van het middenspel ging het echt heel goed. Als we dat kunnen uitbouwen dan hebben Bert en Remko vast gelijk. Door twee keer te winnen zijn we waarschijnlijk save. En waarom zou dat niet kunnen? Ik begin van dit team te houden, een knuffel voor iedereen voor elk punt dat we scoren tegen Spijkenisse, volgende keer!

Gosse Romkes

Bord Erasmus 1 1945 Krimpen 3 1745 6½-1½
1 Andrzej Pietrow 2019 Floris Doolaard 1721 1 – 0
2 Marvin Dekker 1998 Gosse Romkes 2035 1 – 0
3 Frank van Zutphen 2004 Remko Moerkerken 1820 0 – 1
4 Leo Verhoeven 1953 Bert ten Wolde 1825 1 – 0
5 Wim Posthumus 1917 Adri van der Waal 1673 1 – 0
6 Cander Flanders 1862 David Berendsen 1679 0.5 – 0.5
7 Murdoch Mac Lean 1921 Meike Riemens 1460 1 – 0
8 Ruud Dröge 1886 Jos den Boer 1753 1 – 0

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Show Buttons
Hide Buttons