Een rijk verlies met Gosse Romkes

Beste clubgenoten, zoals jullie misschien weten ga ik de club verlaten. Ik heb ervoor gekozen van het jaar 2015-2016 een overgangsjaar te maken. Als halfteamspeler van team 3 was ik beschikbaar voor dit team als invaller en ook als invaller voor team 2 en 1. Helaas heeft mijn inbreng onvoldoende bijgedragen aan het behoud van team 3 in de eerste klasse en wat succesjes bij de andere teams. Erg jammer, maar dat geldt niet voor mijn prestaties in de interne competitie waarvoor ik me had voorgenomen dit jaar niet voor de punten te spelen. Ik wilde op geen enkele manier van invloed zijn op de eindrangschikking en daarmee op de teamindeling voor 2016-2107, en dat is goed gelukt met 10 verlies partijen en een ongelukkige winstpartij. Hieronder neem ik jullie mee langs mijn interne verliespartijen.

Met zwart tegen Floris:

Tegen Floris is de stand rechts ongeveer gelijk als ik met zwart 27. …, Ld6 speel.
Daarom offerde ik hier de kwaliteit 27. …, T*f4 om Floris uit te nodigen mij weg te schuiven in het eindspel. Dat deed hij uiteindelijk wel maar het nam wel heel veel, nog 29 zetten in beslag, dat had beslist sneller gekund Floris!

gosse_1
Tegen Joop stond ik na een zet of vijf met zwart helaas al serieus wat beter omdat hij in de opening met zijn dame op avontuur ging. Na zijn verkeerde zet 31. Pf4, in een heel slechte stelling (zie diagram rechts), is het echter helemaal uit wanneer ik met zwart het paard sla met mijn pion g6. Maar wat moet je dan als je besloten hebt niet voor de punten te spelen? Dus ik sla 31. …, D*f2 om het spel gaande te houden. En na 32. D*f2, Tf1. 33. Db2, T*f3 is het mat via 34.Db8 (in zeven geloof ik) maar Joop ziet dat niet. gosse_2
Vervolgens komt Joop in grote problemen:

Daarom speelde ik in de volgende stelling (zie diagram rechts) niet mat in 3 via 36. …, P*e4 schaak, 37. Kh4 gedwongen, g5 schaak. 38. Kh5, Pf6 mat, maar Tf3 schaak en slaan op h3 waarna Joop weer grip op de stelling kon krijgen en won omdat hij La6 meepikte.

 

gosse_3
Tegen Wiggert speel ik altijd leuke partijen. In deze partij had ik Wiggert al drie keer een pion aangeboden maar hij dacht ten onrechte dat ze vergiftigd waren. En toen ontstond onderstaande stelling waarin ik met zwart via 19. …, L*c5 de stelling volledig kon neutraliseren. Maar dan zouden we weer helemaal opnieuw moeten beginnen. De snelste weg naar winst voor wit (voor mijn tegenstander dus) is daarom 19. …., D*d3 waarna 20. P*e5 snel wint. Deze zet vond Wiggert natuurlijk vrij snel en won na nog eens 15 zetten.

 

gosse_4
Met Diederik heb ik een soort gentlement agreement, wie als eerst g4 of g5 kan spelen mag zich in de onderlinge relatie de beste schaker, het heertje voelen. Wanneer we tegen elkaar spelen is de witspeler in het voordeel. Die kan immers gelijk openen met 1. g4. En zo geschiedde, ik mocht beginnen en speelde g4. Maar ik moet zeggen dat de opening toch voor Diederik was. Hij speelde keurig om mijn 1. g4 heen en kreeg licht voordeel in de opening. Keurig gedaan!!
Na de opening ging het echter mis en moest ik me inhouden. Bijvoorbeeld in de volgende stelling (zie volgende diagram). Ik speel met wit en vanzelfsprekend is 22. P*d6 verreweg de beste zet. Immers, na 22. …, P*d6 en 23. c5 staat wit zeer goed, eigenlijk vrij eenvoudig gewonnen. Dus dat kon ik niet doen!? Daarom speelde ik 22. Pc5, De8 en vervolgens het incorrecte kwaliteitsoffer op d6 (alweer een kwaliteitsoffer) om zogenaamd via 23. De3, via g5 snel naar h6 te gaan. Dat klopte natuurlijk niet en Diederik zag dat goed dus zo’n 10 zetten later kon ik gelukkig opgeven.

 

gosse_6
Tegen Rob won ik helaas alhoewel ik wel geprobeerd heb te verliezen. Rob speelde de variant waarin hij verloor in een van de eerste partijen die ik in Krimpen heb gespeeld. In “mijn” Aljechin is dit een stelling die zo nu en dan voorkomt. Ik heb er nog nooit in verloren, ook deze partij niet, helaas!? In deze stelling is het volgens de theorie voor wit slim 7. Df3 te spelen. Ik sla dan op c5 of e5 en na een ruil op d5 met eerst het paard heeft wit een dubbele dreiging op f7 en b7. Maar dit durfde Rob terecht niet aan want zwart komt in alle en vele varianten gewoon goed uit de opening. Daarom speelde Rob iets anders dat niet ambitieus was maar dat is tegen de Aljechin eigenlijk het beste. gosse_6
Vervolg Rob
Ook tegen Rob heb ik enkele mooie mogelijkheden niet benut. Ondanks dat kwam de volgende stelling op het bord (zie rechts).
Waar Rob vroeger onverslaanbaar was in het eindspel is hij in dit eindspel langzaam weggedrukt. Met twee pionnen minder en nog al wat dreigingen was het voor mij moeilijk voor wit voldoende kansen te vinden. En toen Rob op zet 49 ook nog eens Pg3 speelde was het in feite niet meer mogelijk om te verliezen. Wat ook meespeelde was dat er een aantal kijkers waren waardoor ik ook niet pardoes een stuk kon weggeven. Daarom besloot ik deze partijen dan maar te winnen:
49. Pg3, P*g3. 50. K*g3, g*h3. 51. T*c6, h2 en uit.
gosse_7
Tegen Jan-Pieter, die volgens mij een ietwat ongelukkig eerste competitiehelft bij Krimpen speelde, na een prachtig zomerschaaktoernooi, ging het weer als vanouds, nou ja zoals 2015-2016 bedoeld was dan. Jan-Pieter daagde mij uit in de Aljechin en maakte het mij wel extra moeilijk want hij deed een incorrect stukoffer waardoor ik met een stuk meer moest proberen te verliezen. Dat was beslist geen sinecure op een doordeweekse maandagavond. Want hoe houd je in de stelling rechts de partij gaande in de wetenschap dat ook met nog eens 20. …, P*e5 de partij gelijk over is.
Daarom besloot ik met zwart niet het winnende P*e5 te spelen er op te vertrouwen dat na g*f5 en D*f5 wit voldoende “kansjes” had om door te spelen. Het duurde nog 15 zetten voordat ik de stelling kon “neutraliseren” en daarna was nog een blunder nodig om de partij in Jan-Pieters voordeel te beslissen. Lastig hoor.
gosse_8
Hier rechts staat een stelling uit mijn partij tegen Bart Dubbeldam. Zowel in de opening als in het middenspel had hij moeite de juiste zetten vinden. Uiteindelijk ontstond deze stelling en ik zat een beetje met mijn handen in het haar (?!) want met wit stond ik duidelijk veel beter. De stelling schreeuwt om a4 en a5 maar ja dat speel je alleen om te winnen.
Om de partij meer in evenwichtig te brengen speelde ik sjabloonachtig 24. Lb7 zodat hij de mogelijkheid van 24. …, Pd7 kon uitproberen. Pd7, precies zo’n Bartse zet, want origineel en creatief verdedigen kan hij wel. Hij maakte het mij nog moeilijk omdat hij een incorrect kwaliteitsoffer meende te moeten doen waardoor ik niet anders kon dan iets terug te geven. Met deze “rechtvaardiging” wist hij wel raad en won gelukkig de partij.
gosse_9
Dit is mijn partij tegen Hans. Zoals zo vaak speelde Hans de hele tijd op remise met zetherhalingen, afruilen en niets doen. Zo heeft hij me wel vaker dwars gezeten maar ook nu weer (zie rechts). Met wit zou ik tegen Harold bijvoorbeeld nu beslist 38. Lg2 hebben gespeeld. Met een stelling waarin niets aan de hand zou zijn geweest. Hoe Hans ook aan een puntje te helpen? Vandaar dat ik 38. Td4 speelde met pionwinst voor zwart en door dat later nog een keer te doen ontstond net voldoende spel in het eindspel voor Hans, en ja dat is dan wel aan hem besteed, wat dan kan hij dat lekker langzaam uitbouwen, net op een avond dat ik gezegd had op tijd thuis te zijn. Tergend langzaam schoof hij me van het bord. Eigen schuld dikke bult. gosse_10

En toen tegen Arne, net als tegen zijn broer altijd leuk! In “mijn” Aljechin ook nog, mijn handen jeukten en wat kwam ik (weer) goed te staan. Ik belde met mijn vrouw of ik mocht winnen maar zij zei: “nee, wees wel consequent!” Wat heb ik het getroffen met zo’n vrouw. Dus daar gingen we weer. En Bert vroeg me op die avond of er iets mis was met mijn motivatie? Heerlijk, ik heb nog nooit zo’n mooie eerste seizoenshelft gespeeld, je moest eens weten Bert bedacht ik me nog. Nadat ik heel goed had gestaan was de stelling door verschillende omstandigheden, als lezer weet u nu hopelijk wat ik bedoel, weer redelijk in evenwicht gekomen en ik begon me al wat zorgen te maken. Hoe red ik me hier uit, zie stelling rechts? Daarbij was Arne aan zet en hij blunderde de partij weg door 46. Kf1 te spelen. Dat was helemaal uit want ik kon gewoon 46. …, Db1 schaak spelen met mat in 1 wanneer de koning teruggaat naar g2, zoals Arne deed in de partij!!!, of heel veel materiaal winst wanneer de koning naar e2 gaat. Arne speelde dus de koning weer terug naar g2 en omdat ik mat in 1 kon spelen besloot ik als alternatief wat pionnen te geven en daar wist de jeugd wel raad mee, die eten graag cadeautjes.

gosse_11
Op naar de ena laatste partij tegen Pieter. De partij ontwikkelde zich zoals gewoon in een d4 opstelling. Ik stond steeds ietsje beter maar Pieter vond steeds op de juiste momenten het juiste tegenspel. Ook in de rechter stelling legde hij de vinger op de enige zere plek bij mij. Hij had 22. …, b4 gespeeld en dat was de beste zet in die stelling. Ik kon gewoon slaan op b4 natuurlijk en daarmee mijn behoorlijke voordeel vasthouden. Serieus voordeel eigenlijk wel.

Daarom besloot ik in deze stelling 23. g5 te spelen en na 23. …, T*c3 mijn toren op h3 te offeren en door te slaan op 24. g*h6 en daarna op g7. Dat koste mij wel een pionnetje waardoor Pieter lekker in het spel kwam. Hij verzilverde dat met enkele nauwkeurige zetten.

gosse_12
En toen was daar mijn laatste partij tegen Jan Sluiter. Eindelijk de laatste partij en dat zou een waardige afsluiting worden van een mooi half seizoen. In de opening had Jan serieus voordeel kunnen bereiken maar hij pakte dat niet en kwam toen steeds beduidend slechter te staan. En op het moment dat hij dacht geheel los te komen en misschien wel het initiatief over te nemen was de stelling rechts aan de orde.
Jan had net 24. …, Lf4 gespeeld.
En ik moet eerlijk zeggen dat ik even dacht dat ik uitgespeeld was, dat was natuurlijk ook de bedoeling, maar dan niet door een goede zet van de tegenstander natuurlijk!? Maar na een beetje beter kijken was het gelukkig toch weer zo’n “dezelfde” stelling als tegen de vele anderen! Ik kon namelijk op d5 met de toren slaan, kijk maar: 25. T*d5, bijvoorbeeld 25. …, f5, 26. Td7, D*d7, 27. Pf6 schaak met damevangst of 25. …, e*d5, 26. Pf6 schaak, koning h8 en 27. L*f5 met matdreiging op h7 en damevangst op c7. Dus 24. …, Lf4 was een grote blunder waardoor ik genoodzaakt was 25. Tc5 te spelen om het spel gaande te houden. Daarna waren nog enkele dubieuze zetten nodig om het seizoen op een waardige manier af te sluiten.
gosse_13
Hopelijk is zo iets meer duidelijk geworden over mijn eerste seizoenshelft waarvan ik echt heb genoten. De bijzondere grimassen van Joop zal ik mijn hele leven niet meer vergeten. Zoals jullie hopelijk merken kun je schaak spelen op veel meer manieren dan die ene manier. Om dat te benadrukken heb ik de intern wedstrijdleider gevraagd als afscheidstour nog enkele wedstrijdjes te mogen spelen tegen leden waar ik nog niet (zo vaak) tegen gespeeld heb: een dampartij tegen Hans, tegen Jan Buis fischer random chess, een partijtje tegen Dick waarbij we beiden hulp van ons mobieltje mogen inroepen, twee partijen tegelijkertijd tegen Arjen Postma en 1 partij tegen Meike en Mariette Pols gezamenlijk zodat ze lekker kunnen samenspannen en overleggen over de beste zetten tegen mij. Ik hoop dat het me gegeven is en zie er beslist naar uit om zo mijn laatste partijtjes voor Krimpen te spelen. Als piëteit naar een mooie vereniging die het beste in mij boven gehaald heeft, een ratingstijging van 1900 naar 2042 per 1 mei 2016. Alle schaakvrienden die hieraan hebben bijgedragen, hartelijk dank en de beste schaakgroeten,

gosse
Gosse Romkes

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

2 gedachten over “Een rijk verlies met Gosse Romkes”