In de wedstrijd Dordrecht 2 – Krimpen 2 zou ik volgens het wedstrijdverslag van Jan Sluiter knap gewonnen hebben in een complex middenspel. Dat is teveel eer. Alleen voor zwart was het middenspel complex. Wit kon zich evenwel van alles veroorloven, en ik speelde met wit!
Mijn tegenstander, Marcel Pluijmert, had in de lopende competitie 100% (4 uit 4) gescoord. Ik was gewaarschuwd. Marcel speelde vlot en aanvallend, maar ook enigszins oppervlakkig.
Na 19 zetten was de volgende stelling bereikt:
Wit (Henk Greevenbosch): Kg1, Dc2, Tf1, Th3, Ld3, Pf4, pi. a2. b2, d4, e3, e5, g2, h2
Zwart (Marcel Pluijmert): Kg7, Dg5, Ta8, Tf8, Ld7, Le7, pi. a7, b7, c6, d5, f5, g6, h7
Direct 20.Tff3 ligt nu voor de hand, aangezien zwart daarna met een loperzet ruimte voor de dame moet maken. Immers, de zwarte dame dreigt verloren te gaan na 21.Tfg3. Ik voorzag dat 20..Lb4 zou volgen op 20.Tff3. Hoewel ik na 20..Lb4 nog wel goed zou staan wilde ik de bijbehorende varianten niet doorrekenen. Met 20. Db3 bereikte ik dat zwart in een later stadium Ld8 zou spelen, waarmee de zwarte speelruimte zeer beperkt werd. De rest speelt voor wit vanzelf. Zwart heeft telkens diverse opties, maar niets brengt redding.
20.Db3 b6
21.Tff3 Ld8
22.Dd1 De7
23.Tfg3 Th8
24.Dh5 Le8
25.Dh6+ Kf7
26.Txg6 Zwart geeft de partij op.
Meer voor de hand lag 26.Pxg6, maar ik meende dat Txg6 nog meer beslissend was dan Pxg6. Achteraf bezien leiden beide zetten tot mat, maar na de tekstzet kan de zwarte koning nog naar de a-lijn vluchten om daar alsnog te sneven.
Henk Greevenbosch