Als je in je vorige verslag schrijft dat je team volwaardig meedoet en vervolgens in de laatste ronde met het kleinst mogelijke verschil verliest van de afgetekende koploper kan de conclusie geen andere zijn dan dat ons seizoen als een nachtkaars is uitgegaan. Als je vervolgens moet concluderen dat er wellicht meer had in gezeten wordt aan deze nachtkaars nog een kater toegevoegd.
Joost was als eerste klaar via een zetherhaling waarna Eddy snel een nuttig punt scoorde. Helaas liet schrijver dezes het daarna lelijk liggen. In een stelling die zeker kansen bood deed ik een niet fatale onnauwkeurige verdedigingszet, even later gevolgd door een wel fatale blunder: toren weggeven aan een dame van een dame (i.c. Sheila de Jonge). (1,5 – 1,5)
Een dure vergissing. Want Eric en Henk hadden een kansrijke stelling. Dus we hadden zonder mijn blunder waarschijnlijk niet hoeven te verliezen. We haalden die twee punten nog wel binnen, maar op een iets andere manier dan het voorgaande suggereert. Eric won zijn partij in stijl met een mooie koningsaanval en liep na afloop dan ook glimmend van trots rond. Maar Henk behandelde een eindspel met een paard meer tegen twee gevaarlijke pionnen niet goed en moest genoegen nemen met remise. Het siert hem natuurlijk dat hij daar flink de pest in had. Deze tegenvaller werd echter gecompenseerd doordat Evert een verloren pionneneindspel remise wist te houden. Als Evert niet gelooft dat hij verloren stond mag hij de volgende stelling in Fritz invoeren: wit (Evert) Ke3, pi f3 en d5; zwart Kg5; pi h4 en d6; wit aan zet. Wit staat verloren door de slechte positie van zijn koning en doordat de zwarte vrijpion verder is opgerukt dan de witte. Het oordeel van Fritz is dan ook meedogenloos: 13.16 voordeel voor zwart.
De overige twee partijen gingen verloren. Robert moest ervaren dat twee verbonden vrijpionnen veel sterker zijn dan één geïsoleerde vrijpion. Donger bleef als laatste over in een slechtere stelling en sloot ons seizoen af met een kansloos wanhoopsoffensief.
Resultaat aan het eind van het seizoen: 6 matchpunten uit 7 wedstrijden; 27,5 van de 56 bordpunten. Mijn leraar klassieke talen van 60 jaar geleden zou daarvoor een vijfenhalf tot zesminmin hebben gegeven (ik schrijf dit cijfer maar even voluit).
Terugblikkend op het seizoen kan ik concluderen dat er twee spelers van ons team uitstaken boven het maaiveld van de derde klasse. In de eerste plaats Joost met de uitstekende score van 5 uit 6. In de tweede plaats Donger die als jong talent aan de hoogste borden de uiterst verdienstelijke score haalde van 4,5 uit 7. Ook het feit dat zij als enige alle partijen heeft gespeeld verdient een compliment.