Krimpen verliest kwartfinale RSB beker
Nu we ons hadden opgewerkt tot de kwartfinale wachtte ons het sterke Erasmus. De bord 1 speler die tot dan toe voor de Rotterdammers was uitgekomen in het bekertoernooi had een rating van 2169! Hij deed deze keer niet mee wat voor hen natuurlijk als een behoorlijke aderlating moet hebben gevoeld. Niettemin verschenen er achter de borden niet de minsten en varieerde de sterkte tussen de 1963 en 2048 ELO. Nadat wedstrijdleider Harold van Dijk de loting had verricht om de kleuren, gingen wij van start.
Hans van Nieuwenhuizen met wit kwam aan bord twee al gauw beroerd te staan met een ingegraven loper op c1, de meeste stukken gingen van het bord zodat de zwakte van de loper zich steeds meer deed gevoelen. Hans kon niet anders dan een pion offeren om de loper te laten spelen, maar dit leverde Marvin Dekker een vrije pluspion op die al op d3 stond en diep in het vlees van de witte stelling sneed. Hans moest kiezen tussen twee mindere eindspelen. Een toreneindspel en een loper tegen paard eindspel met een pion minder. Hij koos voor het laatste en het pionneneindspel dat er uit voortkwam ging verloren.
Floris speelde tegen Frank van Zutphen een stellingstype dat hij graag op het bord krijgt en steeds meer ervaring mee opdoet. Plots kwam er een stukwinst in de stelling die beide spelers eigenlijk pas zagen toen het zich voordeed. Floris het in het vervolg knap af.
Diederick op bord 1 tegen Andrej Pietrow had een ingewikkelde partij mee veel materiaal op het bord. Het was niet duidelijk hoe verder te gaan. Het grappige was dat aanvaller Diederick strategische kansen had op de damevleugel en strateeg Pietrow zou t moeten hebben van een koningsaanval.
Wellicht allebei niet helemaal in hun element besloten ze tot het tekenen van de vrede.
Nu hing de einduitslag van mijn partij af. Het was een razend ingewikkelde partij geweest waar ik mijn dame had geofferd in ruil voor toren loper en pion. Ik beschikte over het loperpaar, een toren en zes pionnen. Olivier Vrolijk, mijn tegenstander, had dame paard en vijf pionnen. Een loper tegen een paard werd geruild en alle pionnen van de dame vleugel gingen eraf. Nu had ik een f7- en e6-pion en loper en toren tegen g-pion en dame. Door de vele schaakjes die de dame kon geven, moest ik erg oppassen dat ik geen toren zou verliezen en Olivier dreef zijn g pion als wig naar mijn pionnen om mijn koning nog meer bloot te leggen. In de korte tijd die restte nam ik mij voor mijn koning niet op een wit veld te spelen net als mijn toren. Zodoende zou ik geen toren kunnen verliezen had ik gezien. Toch had ik koelbloedig de g-pion kunnen oprapen, omdat ik na gevreesde dubbele aanval, mijn toren dan tussen kon plaatsen! Helaas had ik dat gemist .Wat ik wel had gezien was dat ik mijn loper kon offeren in een poging een vesting te creëren met toren en g6 pion tegen dame en koning.
Dit kwam ook op het bord, maar de vesting is pas compleet als de koning zich achter de pion bevindt en de toren op f5 of h5. Eén kans had Olivier om mij hiervan te weerhouden. Hij deed een andere zet en ik bereikte de vesting! Nu moest ik de bestorming en omsingeling (iets anders dan EdSingeling) nog vijftig zetten volhouden, terwijl Olivier mijn koning probeerde uit te roken. Helaas dacht ik dat ik gedwongen werd naar voren te gaan (ik had nog Kh7 tot mijn beschikking) en werd ik in een matnet gevangen.
We verloren derhalve met 1,5- 2,5. Bij gelijkspel hadden we nog snelschaak mogen spelen.
Jan Sluiter, teamleider bekerteam
Krimpen – Erasmus 1½-2½
Diederick Castelijn – Andrzej Pietrov ½-½
Hans van Nieuwenhuizen – Marvin Dekker 0-1
Jan Sluiter – Olivier Vrolijk 0-1
Floris Doolaard – Frank van Zutphen 1-0